Twee derde van de Nederlandse consumenten vertrouwt de informatievoorziening van de levensmiddelenindustrie niet. Dit is één van de feiten uit het onderzoek naar de stand van zaken in de levensmiddelenindustrie, uitgevoerd door Ronald Berger in opdracht van het FNLI, waarnaar verwezen wordt in ‘Spreek Smakelijk’ van april 2016. Om vervolgens uitgebreid in te gaan op voorbeelden, die dit wantrouwen proberen te verklaren. Zo wordt vooral verwezen naar voedselincidenten waarbij sprake is van fraude of een aanzienlijk voedselveiligheidsrisico.
Vertrouwen in de levensmiddelenindustrie
Hoe dramatisch de consequenties vaak zijn, het lijkt erop dat deze voedselschandalen slechts voor een deel verklaren waarom maar 30% van de burgers vertrouwen heeft in de Nederlandse levensmiddelenindustrie. Een branche die, hoe tegenstrijdig, internationaal als de absolute top gezien wordt. Er is al veel over gesproken en geschreven. Twee jaar geleden was dit zelfs aanleiding voor VMT om er hun gehele food event aan te besteden. Met als belangrijkste doel antwoord te vinden op de vraag hoe de foodsector uit het kwade daglicht kan komen.
Een terugkerende vraag in vele publicaties. Een vraag waar geen eenduidig antwoord op gevonden is. De gedachte heerst dat, door productie achter gesloten deuren, mensen denken dat er massaal wordt gerommeld met eten. Al op het food event werd gesproken over de glazen fabriek: laat zien wat je doet. Wek niet de schijn op met tomatensaus in ouderwetse kookpotten, maar wees trots op je hygiënische en efficiënte kapitaal. De bereidheid daartoe lijkt echter van ver te moeten komen. Er heerst een zekere mate van verongelijktheid in de industrie. Wij vinden dit wantrouwen onterecht, immers “met bewerkingen kun je levensmiddelen langer van gewenste kwaliteit houden, ze stellen bederf uit en voorkomen ziektes” en “stoffen hebben juist een E-nummer als bewijs dat ze níet schadelijk zijn”. Als we het maar goed uitleggen, dan moet de consument het toch snappen.
In dialoog met de samenleving
Het is een onderwerp dat ook Tiny van Boekel aan het hart gaat, zoals blijkt uit een interview met hem eerder dit jaar in het AD. Hij bestrijdt dat voedselschandalen vaak voorkomen: “Er gaat extreem weinig mis.” De Wageningse hoogleraar voedseltechnologie zoekt de oorzaak eerder in de vervreemding van ons voedsel en pleit er daarom al jaren voor dat de industrie veel meer open moet zijn. Ook het FNLI komt tot die conclusie en zij start nu met een bredere dialoog tussen de levensmiddelenindustrie en de samenleving onder de naam ‘Een open gesprek over voedsel’.
‘Spreek Smakelijk’ adviseert over participatie en spreekt over begrip en toegankelijkheid: niet alleen ‘wat’ en ‘hoe’, maar ook het ‘waarom’ en openstaan voor alle input, kritiek en initiatieven. Dat zal best even lastig zijn. Er wordt hard gewerkt in onze industrie om producten zo betaalbaar mogelijk te houden. Om aan alle wetgeving te voldoen en aantoonbaar te maken dat er voedselveilig gewerkt wordt. Tussen industrie en consument zitten bovendien de detailhandel en horeca. Wij zijn van nature niet gewend het contact met de consument op te zoeken. De tegenvraag kan zijn: “Waarom eigenlijk niet?” In Schotland opent menig distilleerderij de deuren voor geïnteresseerden. Nederland kent ook veel mooie producten. Voor bedrijven die trots zijn op hun product, moet openheid geen enkel probleem zijn.
Meer weten?
Ook wij van Prodware staan voor ons product en gaan graag met u in dialoog. Neem gerust contact met ons op om erachter te komen hoe u met onze producten voor de food sector de informatievoorziening kunt ondersteunen.
Neem contact met ons op
Geef een reactie
You must be logged in to post a comment.